Nu de eerste verjaardag van het corona-virus is bereikt vallen de diepe sporen op die het virus in onze economie heeft achtergelaten. Aandacht voor de winnaars en verliezers zowel in ondernemersland als op de arbeidsmarkt en wat we daaraan kunnen doen.
Winnaars en verliezers
In ondernemersland vinden we op de hoge pieken winnaars, terwijl de verliezers in diepe dalen aan het overheidsinfuus liggen. Bij de eerste categorie winnaars staat ICT centraal in het verdienmodel. Dit betreft uiteraard de ICT-branche, maar ook webwinkels en maaltijdbezorgers. Bol.com verkocht dit jaar al vier keer zoveel kaarsen en tien keer zoveel pepernoten als vorig jaar. Voor de tweede groep winnaars geldt ‘de een zijn dood is de ander zijn brood’. De doe-het-zelf-branche profiteerde van de onthoofde reisbranche en de levensmiddelenhandel van gesloten horeca.
Maar het slagveld is niet eenduidig. Het virus bezorgde tuincentra een superjaar. Maar sommige tuincentra beleven een dramatisch jaar, bijvoorbeeld die in de grensstrook vanwege het verplichte wegblijven van Duitse en Belgische klanten. Andere sectoren zaten soms in het dal en dan weer op een piek. Zo werd de horeca eerst stilgelegd, kreeg vervolgens in veel steden ruim baan met extra grote terrassen, waarna de deuren weer moesten sluiten.
Grote verschillen
Andere sectoren kennen grote verschillen zowel binnen het jaar als regionaal. Hotels en vakantieparken beleefden een dramatisch voorjaar, gevolgd door een topzomer voor vakantieparken toen binnenlandse toeristen ruimschoots het verlies van buitenlandse gasten compenseerden. Maar hotels in de grote steden, die het vooral van zakenlieden en city hoppers moeten hebben, scoorden ook toen slecht.
Om het nog ingewikkelder te maken: niet elke verliezer is even sneu. Sommige verliezers toonden hun ondernemersgeest door snel om te schakelen. Crowd managers uit de evenementenbranche regelden voetgangerscirculatie in winkelstraten en de Groninger drukkerij Reclameland ging mondkapjes produceren en komt nu personeel tekort. De dynamiek is dan ook ongekend: het bruto binnenlands product (bbp) steeg in het derde kwartaal met 7,7 procent in vergelijking met het tweede kwartaal, de grootste groei ooit door het CBS gemeten. Ook het aantal banen steeg met liefst 164.000.
Er zijn dus grote verschillen in succes en verlies, variërend over de tijd, regio en tussen en binnen sectoren. Dit geldt zelfs binnen bedrijven: Avebe zag de vraag van restaurants inzakken, en die naar instant noedels en pizza’s stijgen. Dit maakt het voeren van fijnmazig overheidsbeleid tot een haast onbegonnen klus. We zullen dan ook nog diverse voorbeelden zien van prachtbedrijven die net buiten de regels vallen en failliet gaan, en van zombie-bedrijven die ten onrechte steun blijven binnenslepen.
Impact op werkgelegenheid
De impact van het jarige virus op de werkgelegenheid is allereerst uiteraard een afspiegeling van het bovenstaande. Het zijn slechte tijden voor hen die in cultuur, horeca en reisbranche werken. In de horeca zouden nu al 37 procent minder mensen werken dan vorig jaar.
Maar ook hier wordt flexibiliteit beloond: sectoren zoals zorg, onderwijs, vervoer, en klus- en verbouw zoeken naarstig naar personeel. Veerkracht zal ook bepalen in hoeverre de voor volgend jaar voorspelde golf aan bedrijfsfaillissementen op langere termijn tot een significant hogere werkloosheid leidt. Onverhoopt vergeefse hoop op een spoedig en effectief vaccin kan daar negatief aan bijdragen.
Daarnaast zagen we in het voorjaar een ongekende herwaardering van beroepen door de introductie van de term ‘vitale beroepen’. Werknemers in de zorg, uitvaart, kinderopvang, onderwijs, landbouw, vuilnis, openbaar vervoer en transport hadden nooit kunnen denken dat zij ooit met applaus, bloemen en taart zouden worden onthaald. Die herwaardering lijkt echter zeer tijdelijk. Afgezien van de 1.000 euro zorgbonus is veel weer terug bij het oude. Zorgmedewerkers worden bedreigd, en thuiswerkende juristen en beurshandelaren bouwen ongestoord verder aan hun carrière en banksaldo.
Boeiend jaar
Alles overziend: het jarige corona-virus heeft onze economie fors door elkaar geschud. Optimisten zien een vaccin dat ons snel van de ellende verlost, waarna we de vruchten plukken van de doorgemaakte digitale transformatie. Pessimisten zien een lange reeks van hoge en lage golven opdoemen, waarbij hoop en wanhoop elkaar in rap tempo opvolgen, met alle bijkomende economische, sociale en gezondheidsschade vandien. Het virus gaat in elk geval een boeiend tweede levensjaar tegemoet, en wij ook.
Dit artikel is geschreven door Eelko Huizingh, Associate Professor innovatiemanagement en directeur van het Innovatie Expertisecentrum Vinci van de Rijksuniversiteit Groningen
(Deze bijdrage is eerder gepubliceerd in Dagblad van het Noorden, 28 november 2020, p. 14.)